Vandaag vond het requisitoir plaats in de strafzaak tegen een Eritrese man die bekend staat als ‘Walid’, en is 20 jaar gevangenisstraf tegen hem geëist. Walid wordt ervan verdacht leiding te hebben gegeven aan een transnationaal opererende criminele organisatie (oftewel: een mensensmokkelnetwerk). Doelstelling van de organisatie was onder meer om op grote schaal vanaf de Libische kust, migranten naar Europa te smokkelen over de levensgevaarlijke Middellandse Zeeroute. Dat ging gepaard met fors geweld, waaronder ook seksueel geweld, en afpersing. Veel van de slachtoffers van Walid zijn vluchtelingen uit Eritrea.
Naast zijn rol in de criminele organisatie, wordt Walid o.a. ook een aantal specifieke ‘gevallen’ van mensensmokkel verweten. Deze feiten op de tenlastelegging sluiten aan bij het verwijt dat Walid in het kader van de criminele organisatie wordt gemaakt. In elk van deze mensensmokkelfeiten worden specifieke slachtoffers –survivors– genoemd. Advocaten Brechtje Vossenberg en Barbara van Straaten staan vier van deze survivors bij. Op maandag 17 november 2025 hebben cliënten hun spreekrecht uitgeoefend.
- R. Spekenbrink, ‘Indringende verhalen van slachtoffers mensensmokkelaar Walid: ‘Eigenlijk verdient hij de dood’, Algemeen Dagblad d.d. 17 november 2025
- P. Hotse Smit, ‘De slachtoffers van mensensmokkelaar W. spreken: ‘Ik denk nog steeds aan de vrouwen die werden verkracht’, de Volkskrant d.d. 17 november 2025
Gezien de grote belangstelling voor de strafzaak tegen Walid, ook vanuit de Eritrese diaspora in Nederland en elders ter wereld, heeft de rechtbank Zwolle een Livestream opengesteld. Meer informatie over de planning en de Livestream is beschikbaar via Rechtspraak.nl >> hier <<
Op maandag 24 november 2025 zal door de verdediging het pleidooi plaatsvinden, en op 26 november 2025 volgt de re-/dupliek van de procespartijen en tot slot het laatste woord. Zoals het er thans voorstaat, wijst de rechtbank Zwolle eind januari 2026 haar eindvonnis.
Achtergrond
Het strafrechtelijk onderzoek tegen Walid draagt de naam ‘Pearce’. Het accent ligt op de gang van zaken in Libië. Walid wordt er onder meer van verdacht dat hij aan het hoofd stond van verschillende (doorgangs)kampen langs de smokkelroute aldaar, waar migranten moesten verblijven in afwachting van doorreis naar de kust. De omstandigheden in deze kampen waren mensonterend, en de migranten werden er dagelijks geconfronteerd met (bedreiging van) psychisch, fysiek en/of seksueel geweld door Walid en zijn ondergeschikten c.q. leden van zijn organisatie. Ze werden gedwongen grote geldbedragen aan Walid en zijn organisatie te betalen, hetgeen in de regel gebeurde door toepassing van (fors) geweld. Na betaling van het “reisgeld” werden de migranten naar de kust vervoerd om de levensgevaarlijke zeetocht naar Europa te maken. De criminele organisatie liet hen dan, met tientallen en soms honderden tegelijk, in gammele bootjes de Middellandse zee op gestuurd. Op die bootjes ontbraken basale veiligheidsvoorzieningen, (voldoende) proviand en bekwaam personeel. Dobberend op de open zee wachtten de migranten dan tussen hoop en vrees op redding.
Zie verder
- R. Koelewijn & H. Logtenberg, ‘Verdachte van grootschalige mensensmokkel staat terecht voor Nederlandse rechtbank’, NRC d.d. 3 november 2025
- P. Hotse Smit, ‘Bij mensensmokkelaar W. was niemand veilig: ‘Als hij een meisje leuk vond, kon niemand hem tegenhouden’, de Volkskrant d.d. 4 november 2025
- Nuhanovic Foundation, litigation tracker (Pearce)