Het Gerechtshof Den Haag (civiel) heeft vandaag het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigd en de Staat verboden onze cliënt aan Rwanda uit te leveren. Het Hof komt tot de conclusie dat als onze cliënt aan Rwanda wordt uitgeleverd, er een reëel risico bestaat dat hij wordt blootgesteld aan een flagrante schending van art. 6 EVRM. Het Hof oordeelt in dit geval anders dan in voorgaande uitspraken in uitleveringszaken inzake Rwanda. Het Hof overweegt dat inmiddels meer bekend is geworden over de schending door Rwanda van mensenrechten: de mensenrechtensituatie is er na 2016 niet beter op geworden. Met name zijn er meer aanwijzingen beschikbaar dat politieke opponenten van het regime regelmatig geen eerlijk proces krijgen. Er is volgens het Hof een reëel risico dat als onze cliënt aan Rwanda wordt uitgeleverd hij, als tegenstander van het regime van president Kagame, geen eerlijk proces zal krijgen. Het Hof verbiedt daarom de Staat tot uitlevering over te gaan.
Het Hof hechtte ook veel belang aan een eerdere zaak waarin een uitlevering niet werd toegestaan door de rechtbank Den Haag (strafrechter) en deze beslissing door de Hoge Raad in stand werd gehouden. Deze zaak werd eveneens door ons kantoor behandeld.
Onze cliënt werd in deze zaak bijgestaan door advocaten Frederieke Dölle, Göran Sluiter en Tom de Boer.