De Raad van State heeft op 14 oktober 2020 het hoger beroep van twee personen die door de minister van Buitenlandse Zaken op de Nederlandse sanctielijst terrorisme zijn geplaatst gegrond verklaard. Als gevolg hiervan waren hun tegoeden jarenlang bevroren. De Raad van State oordeelde dat uit de geheime stukken in het AIVD-dossier niet blijkt dat deze personen een (leidinggevende) functie binnen de organisatie vervulden of betrokken waren bij de fondsenwerving. De minister van Buitenlandse zaken heeft de beslissingen daarom onvoldoende gemotiveerd. 

De uitspraken zijn hier en hier terug te vinden. Cliënten werden in deze zaak bijgestaan door Tamara Buruma en Frederieke Dölle

Deel dit bericht via

Heeft u een vraag?

Lees in onze privacy verklaring hoe wij omgaan met uw persoonlijke gegevens.