Een zestal voormalige kindslaven heeft in de Verenigde Staten een zaak aangespannen tegen Nestlé, één van de grootste chocoladeproducenten ter wereld. Nestlé wordt verweten dat het willens en wetens heeft geholpen bij het in stand houden van kindslavernij in Ivoorkust. De klagers in de zaak zijn gedwongen in Ivoorkust te werk gesteld op cacaoplantages die ook aan Nestlé leverden. Zij waren toen tussen de twaalf en veertien jaar oud. Tijdens hun gevangenschap in Ivoorkust moesten de voormalige kindslaven meer dan twaalf uur per dag werken, zonder enige vergoeding, voor ten minste zes dagen in de week. Zij werden geslagen met zwepen als zij niet hard genoeg werkten. ’s Nachts werden de kinderen opgesloten in kleine hutten, waar zij op de grond moesten slapen. Gewapende mannen moesten voorkomen dat de kinderen zouden ontsnappen. Een van de voormalige kindslaven in de zaak werd gepakt bij een vluchtpoging en door de bewakers gemarteld, met blijvende schade tot gevolg.

De zaak tegen Nestlé dient op 1 december bij de Supreme Court. Centraal staat de vraag of de Alien Tort Statute in de Verenigde Staten ook van toepassing is op rechtspersonen, en op feiten die niet op Amerikaans grondgebied hebben plaatsgevonden. Prof. Göran Sluiter en Michiel Pestman hebben met een aantal internationale juristen een zogenoemde Amicus Brief ingediend bij de Supreme Court, ter ondersteuning van een ruimhartige interpretatie van de Alien Tort Statute. 

Voor meer informatie over deze zaak en de Amicus Brief zie: 

 

 

Deel dit bericht via

Heeft u een vraag?

Lees in onze privacy verklaring hoe wij omgaan met uw persoonlijke gegevens.