Vandaag wees het gerechtshof Den Haag arresten in twee zaken aangaande geweld dat in 1947 door het Nederlandse leger jegens de bevolking van het toenmalige Nederlands-Indië is gepleegd. De eerste zaak betrof vijf kinderen van mannen die standrechtelijk waren geëxecuteerd op Zuid-Sulawesi (Monji c.s.). De tweede zaak betrof de heer Yaseman die in 1947 gedurende zijn gevangenschap op Java door het Nederlandse leger werd gemarteld. De Staat voerde in beide zaken in appel aan dat de vorderingen waren verjaard en dat die verjaring niét doorbroken kon worden; het gerechtshof wees dat betoog af en concludeerde dat het beroep van de Staat op verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was.

Daarmee heeft het gerechtshof de jurisprudentie van de rechtbank Den Haag, waarin meermalen werd geoordeeld dat de verjaring in dit soort uitzonderlijke zaken doorbroken kon worden, bevestigd. Dit was voor het eerst aanvaard in het vonnis van de rechtbank Den Haag van 14 september 2011, aangaande de standrechtelijke massaexecuties die het Nederlandse leger in 1949 uitvoerde in het Javaanse dorp Rawagedeh. Die zaak was aangespannen door weduwen van standrechtelijk geëxecuteerde mannen, en een overlevende van dat bloedbad. In 2015 bepaalde de rechtbank Den Haag dat de Staat zich evenmin op verjaring kon beroepen jegens kinderen van standrechtelijk geëxecuteerden (te weten: Monji c.s.). In 2016 volgden (tussen)vonnissen waarin de rechtbank bepaalde dat de verjaring eveneens doorbroken kon worden ten aanzien van de groepsverkrachting door Nederlandse militairen van een Javaanse vrouw in 1949 en de marteling van Yaseman in Nederlands gevangenschap op Java in 1947.

Het arrest in de zaak van Monji c.s. betrof een tussentijds appel tegen o.a. het tussenvonnis uit 2015 waarin de rechtbank haar verjaringsoordeel ten opzichte van de kinderen had geveld. Die bodemprocedure loopt op dit moment door op de rechtbank Den Haag en bevindt zich in een afrondende fase; het debat spitst zich op de rechtbank toe op het bewijs. Yaseman overleed in 2018, enkele maanden voordat de rechtbank zijn vordering bij eindvonnis had toegewezen (zijn kleinzoon trad als geïntimeerde op in de appelprocedure van de Staat daartegen).

De slachtoffers en nabestaanden in deze procedures worden bijgestaan door advocaten Liesbeth Zegveld en  Brechtje Vossenberg.

Fotos geïntimeerden Indonesië
[Foto: Geïntimeerden | Bron: Stichting KUKB]

 

Bijlagen

Zie ook:

Eerdere berichten

Deel dit bericht via

Heeft u een vraag?

Lees in onze privacy verklaring hoe wij omgaan met uw persoonlijke gegevens.