Het kabinet heeft een wijziging voorgesteld van de Rijkswet op het Nederlanderschap om het Nederlanderschap van Nederlanders met een dubbele nationaliteit in te kunnen trekken in het belang van de nationale veiligheid wegens deelname aan een terroristische organisatie, zonder dat daarvoor een voorafgaande strafrechtelijke veroordeling vereist is.

Professor Jessurun d’Oliveira heeft op dat voorstel een reactie uitgebracht, waarin hij concludeert dat de regering er goed aan doet af te zien van dit voorstel. Hij acht het voorstel strijdig met het Europees Nationaliteitsverdrag, betwijfelt de effectiviteit en waarschuwt voor een gevaarlijke leemte in rechtsbescherming welke in strijd komt met het Handvest voor de Grondrechten Europese Unie. Het voornaamste bezwaar dat professor Jessurun d’Oliveira tegen dit voorstel heeft, is het gebrek aan besef van de betekenis van het bezit van een nationaliteit. Het wordt beschouwd als een willekeurig instrument dat naar believen kan worden ingezet, waardoor een stelsel van eersteklas- en tweederangsburgers wordt gecreëerd: de burger met één nationaliteit versus die met twee nationaliteiten. Van de eerste kan de Nederlandse nationaliteit niet worden afgenomen, van de ander wel. Het maakt de gevolgen van dit voorstel een gevaarlijk hellend vlak waarop men niet moet willen treden.

Lees hier het wetsvoorstel, en hier de reactie van professor Jessurun d'Oliveira.

Deel dit bericht via

Heeft u een vraag?

Lees in onze privacy verklaring hoe wij omgaan met uw persoonlijke gegevens.

Prakken d’Oliveira is een advocatenkantoor met expertise in en ervaring met asielrecht en regulier vreemdelingenrecht, Europees recht, bestuursrecht, (internationaal) strafrecht en mensenrechten. Onze advocaten verlenen advies en procederen in bezwaar bij de IND of de CTIVD, of voor rechtbank, gerechtshof, de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, in cassatie voor de Hoge Raad, het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU), de Verdragscomités van de Verenigde Naties, het Internationaal Strafhof (ICC) en diverse internationale tribunalen.