De AIVD blijkt advocaten van Prakken d’Oliveira vaak en gedurende lange tijd te hebben afgeluisterd. De minister van Binnenlandse Zaken heeft een klacht over het afluisteren van Prakken d'Oliveira gedeeltelijk gegrond verklaard. Prakken d’Oliveira acht aanpassing van de regelgeving dringend noodzakelijk.

De advocaten van Prakken d’Oliveira hadden geklaagd omdat zij vermoedden al jarenlang door de AIVD te worden afgeluisterd. Uit het door de minister overgenomen advies van de commissie van toezicht blijkt dat de AIVD inderdaad vaak gesprekken tussen cliënten of derden met de advocaten van Prakken d’Oliveira heeft afgeluisterd, waarbij “communicatie die evident niet als relevant voor enig onderzoek van de AIVD kan worden beschouwd” is uitgewerkt.

Prakken d’Oliveira is van mening dat het verschoningsrecht van advocaten door de AIVD onvoldoende wordt gerespecteerd. De huidige regelgeving voor het tappen van advocaten schiet ernstig tekort. Volgens de minister van Binnenlandse Zaken mag de AIVD alle telefoongesprekken van een advocaat afluisteren, ook al is die advocaat zelf geen gevaar voor de nationale veiligheid. Prakken d’Oliveira acht aanpassing van de wettelijke regeling noodzakelijk, zodat alleen met toestemming van een rechter gesprekken van advocaten kunnen worden afgeluisterd.

Prakken d’Oliveira is geschrokken over de informatie die nu door de minister bekend is gemaakt. In een democratische rechtstaat is het noodzakelijk dat burgers in vertrouwen met hun advocaat kunnen spreken, ook als zij mogelijk voorwerp van onderzoek zijn van de AIVD. Ook het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens erkent dit recht en de absolute noodzaak het te beschermen.

Klik hier voor de beslissing van de minister van Binnenlands Zaken.

Bijlagen

Eerdere berichten

Deel dit bericht via

Heeft u een vraag?

Lees in onze privacy verklaring hoe wij omgaan met uw persoonlijke gegevens.