Op woensdag 20 april dient om 12.00 uur een kort geding bij de voorzieningenrechter te Den Haag om DNA-onderzoek bij de 'bezetters' van de Iraanse ambassade te voorkomen.
Omdat de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden geen mogelijkheid kent om van te voren bezwaar te maken tegen het DNA-onderzoek, is besloten namens één van de betrokkenen een kort geding tegen de Staat te beginnen. Advocate Tamara Buruma is van mening dat het gebrek aan rechterlijke toetsing vooraf een schending van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechteb van de Mens oplevert, omdat er daardoor onvoldoende waarborgen zijn bij de afname van lichaamsmateriaal.
Zeker nu het gebruik van de databank steeds verder wordt opgerekt, bijvoorbeeld ook om onderzoek naar familieleden te doen, is het belangrijk van tevoren goed te kijken wiens materiaal mag worden opgeslagen. In een zaak als deze, waar het geen ernstig feit betreft en bovendien het gebruik van DNA-onderzoek geen rol speelt, is het disproportioneel de betrokkene een DNA-onderzoek te laten ondergaan.
Voor vragen kunt u contact opnemen met Tamara Buruma.
Eerdere berichten: