Shell is opnieuw door de rechter in het ongelijk gesteld in één van de zaken die door Nigeriaanse boeren en Milieudefensie tegen het olieconcern zijn aangespannen. Omdat een aantal dorpsgenoten van één van de boeren, Friday A. Akpan, in Nigeria een procedure tegen Shell Nigeria was begonnen, had Shell de Haagse rechter gevraagd de zaak in Nederland stil te leggen. De afwijzing van dit verzoek werd gisteren bekend.

Hoewel de zaken in Nigeria en Nederland overeenkomsten vertonen, wees de rechtbank erop dat de zaken en de partijen die erbij betrokken zijn niet dezelfde zijn. De Nederlandse procedure mag dus nu inhoudelijk doorgaan. Eerder verwierp de rechter Shells claim dat de Nederlandse rechtbank niet bevoegd zou zijn een uitspraak te doen over de bedrijfsvoering in Nigeria.

“Shell werpt juridische obstakels op om de rechter ervan te weerhouden een inhoudelijk oordeel te vormen. Gelukkig worden die obstakels één voor één door de rechtbank weggenomen,” aldus Michel Uiterwaal, de advocaat van Milieudefensie en de Nigeriaanse boeren.

Vier boeren en Milieudefensie hebben zowel Shells dochtermaatschappij in Nigeria als het Nederlandse hoofdkantoor gedagvaard. Zij claimen dat als gevolg van Shells nalatigheid landbouwgrond is verwoest, drinkwater is vervuild, visvijvers onbruikbaar zijn gemaakt en dat het milieu en de gezondheid van de lokale bevolking zijn aangetast.

De volgende stap is dat de rechtbank moet beslissen of Shell documenten over haar bedrijfsvoering en het milieubeleid in Nigeria openbaar moet maken. Hierover zal op 19 mei een zitting plaatsvinden.

Neem voor meer informatie contact op met de persvoorlichting van Milieudefensie (telefoonnummer: 020- 5507 333)

Deel dit bericht via

Heeft u een vraag?

Lees in onze privacy verklaring hoe wij omgaan met uw persoonlijke gegevens.

Prakken d’Oliveira is een advocatenkantoor met expertise in en ervaring met asielrecht en regulier vreemdelingenrecht, Europees recht, bestuursrecht, (internationaal) strafrecht en mensenrechten. Onze advocaten verlenen advies en procederen in bezwaar bij de IND of de CTIVD, of voor rechtbank, gerechtshof, de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, in cassatie voor de Hoge Raad, het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU), de Verdragscomités van de Verenigde Naties, het Internationaal Strafhof (ICC) en diverse internationale tribunalen.